Aprender a linguagem apropriada para lidar com imóveis e habitação em holandês pode ser extremamente útil, especialmente se estiver a pensar mudar-se para os Países Baixos ou se estiver envolvido no setor imobiliário. Aqui estão algumas das frases e palavras essenciais em holandês que pode precisar conhecer.
Makelaar – Corretor de imóveis
Ik heb een afspraak met de makelaar om het huis te bekijken.
Huur – Aluguel
Hoeveel is de huur per maand?
Verhuurder – Senhorio
De verhuurder heeft de sleutels aan ons gegeven.
Huurcontract – Contrato de arrendamento
Zou u het huurcontract kunnen ondertekenen?
Koophuis – Casa para comprar
We zijn op zoek naar een koophuis in een rustige buurt.
Woning – Habitação, moradia
De woning heeft drie slaapkamers en een grote tuin.
Bezichtiging – Visita, inspeção
Wanneer is de bezichtiging van het appartement?
Borg – Caução, depósito
De borg moet vóór de verhuizing betaald worden.
Onderhoud – Manutenção
Het onderhoud van het gebouw is de verantwoordelijkheid van de verhuurder.
Verzekering – Seguro
Heeft u een inboedelverzekering afgesloten?
Opzegtermijn – Prazo de rescisão
De opzegtermijn van dit huurcontract is drie maanden.
Hypotheek – Hipoteca
We moeten naar de bank om onze hypotheek te bespreken.
Eigendom – Propriedade
Het eigendom is officieel overgedragen aan de nieuwe eigenaren.
Vastgoed – Imobiliário
Hij werkt in de vastgoedsector.
Kadastraal – Cadastro
De kadastrale gegevens moeten gecontroleerd worden.
Verhuizen – Mudar-se
We gaan volgende week verhuizen naar ons nieuwe huis.
Renovatie – Renovação
De renovatie van het appartement zal twee maanden duren.
Contract – Contrato
Het contract is ondertekend door beide partijen.
Aanbetaling – Pagamento inicial, sinal
De aanbetaling voor het huis is 20% van de koopsom.
Onroerend goed – Bens imóveis
Onroerend goed kan een goede investering zijn.
Leegstand – Desocupação
Er is veel leegstand in dat kantoorpand.
Woonruimte – Espaço habitacional
De woonruimte in deze stad is erg duur.
Estas palavras e frases são essenciais para qualquer pessoa que esteja a lidar com imóveis e habitação nos Países Baixos. Dominar este vocabulário não só facilitará a comunicação com corretores, inquilinos e outros profissionais como também ajudará a entender melhor os contratos e acordos relacionados com a habitação.