Voltooid tegenwoordige tijd Opdrachten in de Engelse taal

De voltooid tegenwoordige tijd, ook wel de perfectum genoemd, is een essentiële tijdsvorm in de Nederlandse grammatica. Deze tijdsvorm gebruik je om aan te geven dat een handeling in het verleden is begonnen en nu nog steeds relevant is of invloed heeft op het heden. Het correct toepassen van de voltooid tegenwoordige tijd kan soms een uitdaging zijn, vooral voor degenen die Nederlands als tweede taal leren. Door middel van deze oefeningen kun je je kennis verdiepen en je vaardigheden verbeteren in het gebruik van deze tijdsvorm. In deze sectie vind je een reeks oefeningen die je zullen helpen om de voltooid tegenwoordige tijd beter te begrijpen en toe te passen in verschillende contexten. We behandelen onder andere de vorming van het perfectum, het gebruik van hulpwerkwoorden zoals 'hebben' en 'zijn', en de juiste toepassing in zinnen. Of je nu een beginner bent of je vaardigheden wilt opfrissen, deze oefeningen bieden een gestructureerde en effectieve manier om je grammaticale kennis te versterken. Veel succes en plezier met het oefenen!

Exercise 1

<p>1. She has *eaten* all the cookies (werkwoord voor eten).</p> <p>2. They have *finished* their homework (werkwoord voor afmaken).</p> <p>3. He has *read* that book multiple times (werkwoord voor lezen).</p> <p>4. We have *visited* Paris three times (werkwoord voor bezoeken).</p> <p>5. The cat has *slept* on the couch all day (werkwoord voor slapen).</p> <p>6. I have *seen* that movie before (werkwoord voor zien).</p> <p>7. You have *written* a beautiful poem (werkwoord voor schrijven).</p> <p>8. The teacher has *explained* the lesson clearly (werkwoord voor uitleggen).</p> <p>9. They have *played* soccer in the park (werkwoord voor spelen).</p> <p>10. She has *taken* the bus to work (werkwoord voor nemen).</p>
 

Exercise 2

<p>1. She has *eaten* breakfast already (werkwoord voor 'eten').</p> <p>2. They have *finished* their homework (werkwoord voor 'afmaken').</p> <p>3. He has *seen* that movie before (werkwoord voor 'zien').</p> <p>4. We have *visited* Paris twice (werkwoord voor 'bezoeken').</p> <p>5. I have *read* that book (werkwoord voor 'lezen').</p> <p>6. You have *written* a letter (werkwoord voor 'schrijven').</p> <p>7. She has *taken* the bus to school (werkwoord voor 'nemen').</p> <p>8. They have *driven* to the beach (werkwoord voor 'rijden').</p> <p>9. He has *made* dinner for us (werkwoord voor 'maken').</p> <p>10. We have *bought* tickets for the concert (werkwoord voor 'kopen').</p>
 

Exercise 3

<p>1. She has *eaten* her lunch already (verb related to food consumption).</p> <p>2. We have *finished* our homework (verb indicating completion).</p> <p>3. They have *seen* that movie twice (verb related to watching).</p> <p>4. He has *driven* to the city many times (verb related to transportation).</p> <p>5. I have *written* three letters today (verb related to writing).</p> <p>6. The cat has *caught* a mouse (verb related to capturing).</p> <p>7. We have *visited* our grandparents this weekend (verb related to seeing people).</p> <p>8. She has *bought* a new dress for the party (verb related to purchasing).</p> <p>9. The students have *learned* a lot this semester (verb related to gaining knowledge).</p> <p>10. He has *broken* his leg while playing football (verb related to injury).</p>
 

5x Faster Language Learning with AI

Talkpal is AI-powered language tutor. Learn 57+ languages 5x faster with innovative technology.