Vergrotende zinnen Opdrachten in de Duitse taal

Vergrotende zinnen, ook wel bekend als comparatieven, zijn een essentieel onderdeel van de Duitse taal. Met deze zinnen kun je vergelijkingen maken tussen mensen, objecten of situaties. Het correct gebruiken van vergrotende zinnen is cruciaal om je taalvaardigheid te verbeteren en je communicatie in het Duits vloeiender en nauwkeuriger te maken. In deze oefeningen zullen we ons richten op het herkennen, vormen en toepassen van comparatieven in verschillende contexten. We beginnen met de basisregels voor het vormen van vergrotende zinnen in het Duits. Vervolgens bieden we een reeks oefeningen aan waarin je deze kennis kunt toepassen. Of je nu een beginner bent die net begint met Duits leren of een gevorderde leerling die zijn vaardigheden wil verfijnen, deze oefeningen helpen je om meer zelfvertrouwen te krijgen in het gebruik van comparatieven. Door regelmatig te oefenen, zul je merken dat je steeds beter wordt in het maken van correcte en vloeiende vergrotende zinnen in het Duits.

Exercise 1

<p>1. Mijn broer is *groter* dan ik. (bijvoeglijk naamwoord voor grootte)</p> <p>2. Deze appel is *zoeter* dan die van gisteren. (bijvoeglijk naamwoord voor smaak)</p> <p>3. De trein rijdt *sneller* dan de bus. (bijvoeglijk naamwoord voor snelheid)</p> <p>4. Mijn nieuwe computer is *duurder* dan mijn oude. (bijvoeglijk naamwoord voor prijs)</p> <p>5. De zomer in Spanje is *warmer* dan in Nederland. (bijvoeglijk naamwoord voor temperatuur)</p> <p>6. Deze taak is *moeilijker* dan de vorige. (bijvoeglijk naamwoord voor moeilijkheidsgraad)</p> <p>7. Het boek van de bibliotheek was *interessanter* dan ik had verwacht. (bijvoeglijk naamwoord voor interesse)</p> <p>8. Het concert van gisteravond was *luidruchtiger* dan verwacht. (bijvoeglijk naamwoord voor geluid)</p> <p>9. Mijn nieuwe fiets is *lichter* dan mijn oude. (bijvoeglijk naamwoord voor gewicht)</p> <p>10. Deze film is *langer* dan de vorige die we hebben gezien. (bijvoeglijk naamwoord voor duur)</p>
 

Exercise 2

<p>1. De kat is *kleiner* dan de hond (bijvoeglijk naamwoord, tegenovergestelde van groot).</p> <p>2. Zij is *sneller* dan haar broer (bijvoeglijk naamwoord, tegenovergestelde van langzaam).</p> <p>3. Deze taak is *moeilijker* dan de vorige (bijvoeglijk naamwoord, tegenovergestelde van makkelijk).</p> <p>4. Zijn huis is *groter* dan mijn huis (bijvoeglijk naamwoord, tegenovergestelde van klein).</p> <p>5. Deze appel is *zachter* dan die appel (bijvoeglijk naamwoord, tegenovergestelde van hard).</p> <p>6. Het nieuwe boek is *interessanter* dan het oude (bijvoeglijk naamwoord, tegenovergestelde van saai).</p> <p>7. De zomer is *warmer* dan de winter (bijvoeglijk naamwoord, tegenovergestelde van koud).</p> <p>8. Mijn vriend is *sterker* dan ik (bijvoeglijk naamwoord, tegenovergestelde van zwak).</p> <p>9. Dit examen is *makkelijker* dan het vorige (bijvoeglijk naamwoord, tegenovergestelde van moeilijk).</p> <p>10. Deze weg is *langer* dan die weg (bijvoeglijk naamwoord, tegenovergestelde van kort).</p>
 

Exercise 3

<p>1. De kat is *groter* dan de muis (vergelijking).</p> <p>2. Mijn nieuwe auto is *sneller* dan mijn oude auto (snelheid).</p> <p>3. Deze taart is *lekkerder* dan die van gisteren (smaak).</p> <p>4. De bergen in Zwitserland zijn *hoger* dan die in Nederland (hoogte).</p> <p>5. Dit boek is *interessanter* dan het vorige (interesse).</p> <p>6. Maria is *ouder* dan haar broer (leeftijd).</p> <p>7. Zijn huis is *groter* dan het appartement (grootte).</p> <p>8. De zomer in Spanje is *warmer* dan in Nederland (temperatuur).</p> <p>9. Deze film is *grappiger* dan de vorige (humor).</p> <p>10. Hij werkt *harder* dan zijn collega (werkethiek).</p>
 

5x Faster Language Learning with AI

Talkpal is AI-powered language tutor. Learn 57+ languages 5x faster with innovative technology.