Vergrotende trap bijvoeglijke naamwoorden Opdrachten in de Engelse taal

De vergrotende trap van bijvoeglijke naamwoorden is een essentieel onderdeel van de Nederlandse grammatica. Het stelt ons in staat om vergelijkingen te maken en verschillen tussen objecten, mensen of situaties aan te geven. Bijvoorbeeld, door de vergrotende trap te gebruiken, kunnen we zeggen dat een auto sneller is dan een fiets of dat een gebouw hoger is dan een ander. Deze grammaticale constructie helpt ons niet alleen om duidelijker te communiceren, maar ook om onze zinnen dynamischer en expressiever te maken. In deze oefening zullen we ons richten op het correct vormen en gebruiken van de vergrotende trap van bijvoeglijke naamwoorden. Je leert de basisregels en uitzonderingen kennen, en krijgt de kans om je vaardigheden te testen met verschillende opdrachten. Of je nu een beginner bent of je kennis wilt opfrissen, deze oefeningen zullen je helpen om de nuances van de Nederlandse taal beter te begrijpen en toe te passen. Laten we beginnen met het verkennen van de fascinerende wereld van de vergrotende trap!

Exercise 1

<p>1. The new smartphone is *faster* than the old one (sneller).</p> <p>2. She feels *happier* since she started her new job (gelukkiger).</p> <p>3. This puzzle is *easier* than the last one we did (makkelijker).</p> <p>4. My brother is *taller* than me (langer).</p> <p>5. The days are getting *longer* as summer approaches (langer).</p> <p>6. This route is *shorter* than the one we usually take (korter).</p> <p>7. His explanation was *clearer* than the previous one (duidelijker).</p> <p>8. Her voice is *softer* than his (zachter).</p> <p>9. The second question was *harder* than the first (moeilijker).</p> <p>10. The new version of the software is *better* than the old one (beter).</p>
 

Exercise 2

<p>1. She is *taller* than her brother (hoogte).</p> <p>2. This book is *more interesting* than the last one (interessant).</p> <p>3. Today is *colder* than yesterday (temperatuur).</p> <p>4. His car is *faster* than mine (snelheid).</p> <p>5. This puzzle is *more difficult* than the previous one (moeilijk).</p> <p>6. Her house is *bigger* than ours (grootte).</p> <p>7. The new model is *cheaper* than the old one (prijs).</p> <p>8. She is *more beautiful* than her sister (schoonheid).</p> <p>9. This road is *longer* than the other one (afstand).</p> <p>10. The test was *easier* than I expected (gemak).</p>
 

Exercise 3

<p>1. This book is *better* than the one I read last week (goed).</p> <p>2. She runs *faster* than her brother (snel).</p> <p>3. My house is *bigger* than yours (groot).</p> <p>4. This puzzle is *more difficult* than the previous one (moeilijk).</p> <p>5. He is *taller* than his father (lang).</p> <p>6. The weather today is *worse* than yesterday (slecht).</p> <p>7. Her dress is *more beautiful* than mine (mooi).</p> <p>8. This path is *narrower* than the main road (smal).</p> <p>9. The new movie is *more exciting* than the old one (spannend).</p> <p>10. His explanation is *clearer* than the teacher's (duidelijk).</p>
 

5x Faster Language Learning with AI

Talkpal is AI-powered language tutor. Learn 57+ languages 5x faster with innovative technology.