Superlatieven met ‘-íssimo’ Opdrachten in de Portugese taal

Superlatieven zijn een essentieel onderdeel van elke taal, en in het Portugees komt dit vaak tot uiting door het gebruik van de suffix '-íssimo'. Deze vorm geeft de hoogste graad van een eigenschap aan en wordt gebruikt om een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord te versterken. Bijvoorbeeld, het Portugese woord 'feliz' (blij) kan worden omgezet naar 'felicíssimo' (superblij), waardoor de intensiteit van het gevoel wordt benadrukt. Het begrijpen en correct gebruiken van deze superlatieven kan je helpen om je Portugees naar een hoger niveau te tillen. Onze oefeningen zijn ontworpen om je te helpen de regels en nuances van deze taalkundige constructie te begrijpen en toe te passen. Door middel van verschillende praktijkvoorbeelden en contexten krijg je de kans om te zien hoe '-íssimo' in echte zinnen wordt gebruikt. Dit zal je niet alleen helpen om je woordenschat uit te breiden, maar ook om je expressiever en nauwkeuriger uit te drukken in het Portugees. Laten we beginnen met enkele basisoefeningen om je op weg te helpen naar het meesterschap in het gebruik van superlatieven.

Exercise 1

<p>1. O bolo estava *deliciosíssimo* (bijzonder lekker).</p> <p>2. A biblioteca da universidade é *enorme* (heel groot).</p> <p>3. Este filme é *interessantíssimo* (bijzonder boeiend).</p> <p>4. As praias do Brasil são *lindíssimas* (zeer mooi).</p> <p>5. Aquele professor é *inteligentíssimo* (uiterst slim).</p> <p>6. Esta cidade é *tranquilíssima* (heel rustig).</p> <p>7. O clima aqui é *agradabilíssimo* (erg aangenaam).</p> <p>8. O restaurante serviu uma refeição *excelentíssima* (uitstekend).</p> <p>9. O cachorro é *amabilíssimo* (zeer vriendelijk).</p> <p>10. Os alunos são *estudiosíssimos* (heel ijverig).</p>
 

Exercise 2

<p>1. O filme foi *interessantíssimo* (iets dat erg boeiend is).</p> <p>2. A comida estava *deliciosíssima* (iets dat heel lekker is).</p> <p>3. A apresentação foi *fantástica* (iets dat indrukwekkend is).</p> <p>4. O livro era *chatíssimo* (iets dat heel saai is).</p> <p>5. O trabalho foi *dificílimo* (iets dat heel moeilijk is).</p> <p>6. A festa estava *animadíssima* (iets dat heel levendig is).</p> <p>7. O cachorro estava *limpíssimo* (iets dat heel schoon is).</p> <p>8. O quarto estava *bagunçadíssimo* (iets dat erg rommelig is).</p> <p>9. A paisagem era *belíssima* (iets dat heel mooi is).</p> <p>10. A criança estava *felicíssima* (iets dat heel blij is).</p>
 

Exercise 3

<p>1. O filme foi *interessantíssimo* (bijzonder interessant).</p> <p>2. A comida no restaurante era *deliciosíssima* (heel lekker).</p> <p>3. O livro é *antiquíssimo* (zeer oud).</p> <p>4. Aquele ator é *famosíssimo* (zeer beroemd).</p> <p>5. A vista do topo da montanha é *belíssima* (heel mooi).</p> <p>6. Ele é *rapidíssimo* na corrida (heel snel).</p> <p>7. A apresentação foi *chiquérrima* (heel chic).</p> <p>8. O mar estava *calmíssimo* hoje (heel kalm).</p> <p>9. A cidade é *moderníssima* (heel modern).</p> <p>10. O serviço no hotel era *excelentíssimo* (zeer goed).</p>
 

5x Faster Language Learning with AI

Talkpal is AI-powered language tutor. Learn 57+ languages 5x faster with innovative technology.