Regelmatige werkwoorden op -er in de tegenwoordige tijd Opdrachten in de Spaanse taal

Regelmatige werkwoorden op -er zijn een essentieel onderdeel van de Spaanse grammatica en vormen een belangrijke basis voor het beheersen van de taal. Deze werkwoorden volgen een voorspelbaar en consistent patroon in de tegenwoordige tijd, waardoor ze relatief eenvoudig te leren zijn. Door inzicht te krijgen in hoe deze werkwoorden vervoegd worden, kun je je Spaanse vocabulaire snel uitbreiden en je communicatievaardigheden verbeteren. In deze oefeningen zullen we ons richten op het herkennen en correct vervoegen van deze werkwoorden, zodat je ze vloeiend en zelfverzekerd kunt gebruiken in dagelijkse gesprekken. Het begrijpen van de vervoegingsregels van regelmatige werkwoorden op -er helpt je niet alleen om je grammaticale kennis te versterken, maar ook om je luister- en spreekvaardigheid te verbeteren. De oefeningen op deze pagina zijn ontworpen om je stap voor stap door de verschillende vormen van deze werkwoorden te leiden. We zullen beginnen met eenvoudige zinnen en geleidelijk overgaan naar meer complexe structuren. Dit zal je helpen om vertrouwen op te bouwen en je grammaticale nauwkeurigheid te verbeteren. Veel succes en plezier met het oefenen van de regelmatige werkwoorden op -er in de tegenwoordige tijd!

Exercise 1

<p>1. Nosotros siempre *comemos* a las ocho de la noche (werkwoord voor eten).</p> <p>2. María *bebe* un vaso de agua todos los días (werkwoord voor drinken).</p> <p>3. Ellos *leen* libros interesantes en la biblioteca (werkwoord voor lezen).</p> <p>4. Tú *aprendes* español en la escuela (werkwoord voor leren).</p> <p>5. Vosotros *corréis* en el parque los domingos por la mañana (werkwoord voor rennen).</p> <p>6. Él *vende* frutas en el mercado (werkwoord voor verkopen).</p> <p>7. Nosotros *rompemos* los huevos para hacer una tortilla (werkwoord voor breken).</p> <p>8. Yo *barro* el suelo después de la cena (werkwoord voor vegen).</p> <p>9. Ustedes *temen* a los fantasmas en la noche (werkwoord voor bang zijn).</p> <p>10. Ella *debe* estudiar para el examen de matemáticas (werkwoord voor moeten).</p>
 

Exercise 2

<p>1. Ellos *comen* en el restaurante (werkwoord voor eten).</p> <p>2. Nosotros *aprendemos* español en la escuela (werkwoord voor leren).</p> <p>3. Tú *bebes* agua todos los días (werkwoord voor drinken).</p> <p>4. Ella *corre* en el parque cada mañana (werkwoord voor rennen).</p> <p>5. Vosotros *leéis* muchos libros en la biblioteca (werkwoord voor lezen).</p> <p>6. Él *vende* frutas en el mercado (werkwoord voor verkopen).</p> <p>7. Yo *comprendo* la lección de matemáticas (werkwoord voor begrijpen).</p> <p>8. Ustedes *responden* a las preguntas del profesor (werkwoord voor antwoorden).</p> <p>9. Nosotros *creemos* en la importancia de la educación (werkwoord voor geloven).</p> <p>10. Ellas *temen* a las arañas (werkwoord voor bang zijn).</p>
 

Exercise 3

<p>1. María *bebe* agua todos los días (drinken).</p> <p>2. Nosotros *aprendemos* español en la escuela (leren).</p> <p>3. Tú *lees* un libro interesante en el parque (lezen).</p> <p>4. Ellos *comen* pizza los viernes por la noche (eten).</p> <p>5. Yo *corro* en el parque todas las mañanas (rennen).</p> <p>6. Vosotros *vendéis* frutas en el mercado (verkopen).</p> <p>7. Él *teme* a las arañas (vrezen).</p> <p>8. Nosotros *rompemos* la piñata en la fiesta (breken).</p> <p>9. Ella *barre* el suelo con una escoba (vegen).</p> <p>10. Tú *comprendes* la lección de matemáticas (begrijpen).</p>
 

5x Faster Language Learning with AI

Talkpal is AI-powered language tutor. Learn 57+ languages 5x faster with innovative technology.