Pick a language and start learning!
Regelmatige -re werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen Opdrachten in de Franse taal
Regelmatige -re werkwoorden zijn een belangrijk onderdeel van de Franse grammatica en vormen de basis voor veel alledaagse gesprekken en geschreven communicatie. Deze werkwoorden volgen een specifiek patroon in de tegenwoordige tijd, wat het leren ervan zowel voorspelbaar als logisch maakt. Door te oefenen met het vervoegen van -re werkwoorden, kun je jouw begrip van de Franse taal aanzienlijk verbeteren en je zelfvertrouwen vergroten bij het spreken en schrijven. In deze oefeningen richten we ons op de meest voorkomende regelmatige -re werkwoorden en hun vervoegingen in de tegenwoordige tijd.
Het correct vervoegen van werkwoorden is essentieel voor het duidelijk en effectief communiceren in het Frans. De oefeningen op deze pagina helpen je om de regelmatige -re werkwoorden beter te begrijpen en toe te passen in verschillende contexten. Of je nu een beginner bent die net begint met het leren van Frans, of een gevorderde student die zijn kennis wil opfrissen, deze oefeningen bieden een gestructureerde en stapsgewijze aanpak om je vaardigheden te verbeteren. Neem de tijd om elke oefening zorgvuldig te voltooien en je zult merken dat je steeds vloeiender en nauwkeuriger wordt in het gebruik van de tegenwoordige tijd.
Exercise 1
<p>1. Wij *antwoorden* altijd snel op e-mails (werkwoord voor reageren).</p>
<p>2. Jullie *verkopen* veel boeken in jullie winkel (werkwoord voor iets aan iemand geven in ruil voor geld).</p>
<p>3. De kinderen *verliezen* vaak hun handschoenen (werkwoord voor iets kwijtraken).</p>
<p>4. Ik *hoor* een vreemd geluid buiten (werkwoord voor geluid waarnemen).</p>
<p>5. Zij *wachten* op de bus bij de halte (werkwoord voor blijven tot iets gebeurt).</p>
<p>6. Jij *verdedigt* je standpunt tijdens het debat (werkwoord voor iets beschermen).</p>
<p>7. Wij *bezoeken* onze grootouders elk weekend (werkwoord voor naar iemand gaan).</p>
<p>8. De kat *bijt* in de draad van de oplader (werkwoord voor met tanden vastpakken).</p>
<p>9. Hij *behaalt* altijd goede cijfers op school (werkwoord voor bereiken).</p>
<p>10. Jullie *verspreiden* het nieuws over het evenement (werkwoord voor iets breed delen).</p>
Exercise 2
<p>1. Marie *vend* haar oude boeken (verkopen).</p>
<p>2. Wij *attendons* op de bus (wachten).</p>
<p>3. Hij *perd* altijd zijn sleutels (verliezen).</p>
<p>4. Jullie *répondez* op de vraag (antwoorden).</p>
<p>5. De studenten *défendent* hun project (verdedigen).</p>
<p>6. Jij *entends* de muziek van ver (horen).</p>
<p>7. Mijn broer *descend* de trap (afdalen).</p>
<p>8. Wij *rendons* de boeken aan de bibliotheek (teruggeven).</p>
<p>9. Zij *fond* de verstopte schat (vinden).</p>
<p>10. Jullie *attendez* op het perron (wachten).</p>
Exercise 3
<p>1. Je *vends* des fruits au marché (verb for selling).</p>
<p>2. Nous *attendons* le bus tous les matins (verb for waiting).</p>
<p>3. Ils *répondent* toujours aux questions du professeur (verb for answering).</p>
<p>4. Tu *descends* les escaliers très rapidement (verb for going down).</p>
<p>5. Elle *rend* les livres à la bibliothèque (verb for returning).</p>
<p>6. Vous *perdez* souvent vos clés (verb for losing).</p>
<p>7. Les enfants *entendent* le bruit de la rue (verb for hearing).</p>
<p>8. Nous *défendons* notre position avec conviction (verb for defending).</p>
<p>9. Il *fond* le chocolat pour faire un gâteau (verb for melting).</p>
<p>10. Je *prétends* que tout va bien (verb for pretending).</p>
5x Faster Language Learning with AI
Talkpal is AI-powered language tutor. Learn 57+ languages 5x faster with innovative technology.