Pick a language and start learning!
Overeenstemming van bijvoeglijke naamwoorden met zelfstandige naamwoorden Opdrachten in de Spaanse taal
Het correct gebruik van bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans vereist dat ze overeenstemmen met de zelfstandige naamwoorden in zowel geslacht (mannelijk of vrouwelijk) als getal (enkelvoud of meervoud). Deze overeenstemming is essentieel voor een correcte zinsbouw en om misverstanden te voorkomen. In het Spaans veranderen bijvoeglijke naamwoorden vaak van vorm, afhankelijk van het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord dat ze beschrijven. Zo wordt "rojo" (rood) "roja" als het een vrouwelijk zelfstandig naamwoord beschrijft en "rojos" of "rojas" als het in het meervoud staat.
Het leren van deze regels kan in het begin misschien overweldigend lijken, maar door middel van gerichte oefeningen kun je snel vertrouwd raken met de patronen en uitzonderingen. Onze oefeningen zijn ontworpen om je te helpen bij het herkennen en toepassen van de juiste vormen van bijvoeglijke naamwoorden in verschillende contexten. Of je nu een beginner bent of je kennis wilt opfrissen, deze oefeningen zullen je helpen om je beheersing van de Spaanse grammatica te verbeteren en met meer vertrouwen te communiceren.
Exercise 1
<p>1. La casa es muy *grande* (bijvoeglijk naamwoord voor groot).</p>
<p>2. Mis amigas son muy *simpáticas* (bijvoeglijk naamwoord voor vriendelijk, vrouwelijk meervoud).</p>
<p>3. Los gatos están *negros* (bijvoeglijk naamwoord voor zwart, mannelijk meervoud).</p>
<p>4. Mi hermano tiene un coche *nuevo* (bijvoeglijk naamwoord voor nieuw, mannelijk enkelvoud).</p>
<p>5. Las flores son muy *hermosas* (bijvoeglijk naamwoord voor mooi, vrouwelijk meervoud).</p>
<p>6. El libro es *interesante* (bijvoeglijk naamwoord voor interessant, mannelijk enkelvoud).</p>
<p>7. Las montañas son *altas* (bijvoeglijk naamwoord voor hoog, vrouwelijk meervoud).</p>
<p>8. Los perros son muy *juguetones* (bijvoeglijk naamwoord voor speels, mannelijk meervoud).</p>
<p>9. La comida está *deliciosa* (bijvoeglijk naamwoord voor heerlijk, vrouwelijk enkelvoud).</p>
<p>10. Mi hermana tiene una bicicleta *roja* (bijvoeglijk naamwoord voor rood, vrouwelijk enkelvoud).</p>
Exercise 2
<p>1. La casa es muy *grande* (bijvoeglijk naamwoord voor groot).</p>
<p>2. Los niños están *felices* después de jugar (bijvoeglijk naamwoord voor blij).</p>
<p>3. Compramos unas manzanas *rojas* en el mercado (bijvoeglijk naamwoord voor rood).</p>
<p>4. Las flores en el jardín son *hermosas* (bijvoeglijk naamwoord voor mooi).</p>
<p>5. Mi hermano tiene un coche *nuevo* (bijvoeglijk naamwoord voor nieuw).</p>
<p>6. La profesora es muy *inteligente* (bijvoeglijk naamwoord voor slim).</p>
<p>7. El libro es *interesante* y quiero leer más (bijvoeglijk naamwoord voor interessant).</p>
<p>8. Mis amigos son muy *amables* conmigo (bijvoeglijk naamwoord voor vriendelijk).</p>
<p>9. La comida en este restaurante es *deliciosa* (bijvoeglijk naamwoord voor lekker).</p>
<p>10. Los gatos son animales muy *curiosos* (bijvoeglijk naamwoord voor nieuwsgierig).</p>
Exercise 3
<p>1. La casa es muy *grande* (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat veel ruimte inneemt).</p>
<p>2. Los niños están *felices* en el parque (bijvoeglijk naamwoord voor een emotie van vreugde, meervoud).</p>
<p>3. Tengo una mesa *redonda* en el comedor (bijvoeglijk naamwoord voor een vorm).</p>
<p>4. Las flores son *hermosas* en primavera (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat mooi is, meervoud).</p>
<p>5. El perro es muy *pequeño* y adorable (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat weinig ruimte inneemt, mannelijk enkelvoud).</p>
<p>6. La película fue muy *interesante* (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat de aandacht trekt).</p>
<p>7. Los coches son *rápidos* en la carrera (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat veel snelheid heeft, meervoud).</p>
<p>8. La comida está *deliciosa* en este restaurante (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat goed smaakt, vrouwelijk enkelvoud).</p>
<p>9. Mis amigos son muy *simpáticos* (bijvoeglijk naamwoord voor mensen die vriendelijk en aangenaam zijn, meervoud).</p>
<p>10. La montaña es *alta* y difícil de escalar (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat veel hoogte heeft, vrouwelijk enkelvoud).</p>