Pick a language and start learning!
Onbepaalde lidwoorden met meervoudige zelfstandige naamwoorden Opdrachten in de Portugese taal
Het gebruik van onbepaalde lidwoorden met meervoudige zelfstandige naamwoorden kan in het Portugees soms verwarrend zijn voor Nederlandstalige leerlingen. Terwijl het Nederlands vaak geen onbepaald lidwoord gebruikt voor meervouden, is het in het Portugees gebruikelijk om de onbepaalde lidwoorden "uns" en "umas" te gebruiken, afhankelijk van het geslacht van het zelfstandig naamwoord. Dit verschil kan leiden tot fouten en misverstanden bij het leren van de taal. Daarom is het essentieel om deze grammaticale regel goed te begrijpen en te oefenen.
In deze sectie bieden we een reeks oefeningen aan die zijn ontworpen om je vertrouwd te maken met het juiste gebruik van "uns" en "umas" in verschillende contexten. Je zult leren hoe je deze lidwoorden correct kunt toepassen en hoe je veelvoorkomende valkuilen kunt vermijden. Of je nu net begint met het leren van Portugees of je kennis wilt opfrissen, deze oefeningen helpen je om je grammaticale vaardigheden te verbeteren en zelfverzekerder te worden in het gebruik van de taal. Laten we beginnen met de eerste oefening en ontdek hoe eenvoudig het kan zijn om deze grammaticale structuur onder de knie te krijgen!
Exercise 1
<p>1. Eles compraram *uns* livros na livraria (onbepaald lidwoord meervoud).</p>
<p>2. No parque havia *uns* cachorros brincando (onbepaald lidwoord meervoud).</p>
<p>3. Precisamos de *umas* cadeiras para a festa (onbepaald lidwoord meervoud).</p>
<p>4. Vi *umas* flores lindas no jardim (onbepaald lidwoord meervoud).</p>
<p>5. Ela trouxe *uns* biscoitos deliciosos para o lanche (onbepaald lidwoord meervoud).</p>
<p>6. Eles ouviram *uns* barulhos estranhos à noite (onbepaald lidwoord meervoud).</p>
<p>7. Maria comprou *umas* frutas frescas no mercado (onbepaald lidwoord meervoud).</p>
<p>8. No museu, vimos *uns* quadros famosos (onbepaald lidwoord meervoud).</p>
<p>9. Ele encontrou *umas* moedas antigas no sótão (onbepaald lidwoord meervoud).</p>
<p>10. Precisamos de *uns* lápis para a aula de desenho (onbepaald lidwoord meervoud).</p>
Exercise 2
<p>1. Eu comprei *uns* livros ontem. (Onbepaald lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>2. Vamos assistir *umas* séries esta noite. (Onbepaald lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>3. Eles têm *uns* amigos muito legais. (Onbepaald lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>4. No parque, vi *uns* pássaros coloridos. (Onbepaald lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>5. Ela trouxe *umas* flores para a festa. (Onbepaald lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>6. Durante a viagem, encontramos *uns* lugares incríveis. (Onbepaald lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>7. Eu preciso de *uns* dias de descanso. (Onbepaald lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>8. No jardim, há *umas* árvores frutíferas. (Onbepaald lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>9. Eles compraram *uns* presentes para os filhos. (Onbepaald lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>10. Nós temos *uns* vizinhos muito simpáticos. (Onbepaald lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
Exercise 3
<p>1. Eles compraram *uns* livros na livraria. (onbepaalde lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>2. Maria viu *umas* flores bonitas no jardim. (onbepaalde lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>3. Nós precisamos de *uns* ingredientes para a receita. (onbepaalde lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>4. João encontrou *uns* amigos no parque. (onbepaalde lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>5. Eles trouxeram *umas* frutas frescas do mercado. (onbepaalde lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>6. Ana escolheu *uns* filmes para assistir no fim de semana. (onbepaalde lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>7. Compramos *umas* roupas novas para a viagem. (onbepaalde lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>8. Eles têm *uns* cães muito amigáveis. (onbepaalde lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>9. Nós fizemos *uns* exercícios na aula de português. (onbepaalde lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>
<p>10. Ela decorou a sala com *umas* plantas. (onbepaalde lidwoord voor meervoudige zelfstandige naamwoorden)</p>




