Pick a language and start learning!
Gebruik van lidwoorden met eigennamen Opdrachten in de Portugese taal

Het correct gebruik van lidwoorden met eigennamen in het Portugees kan soms verwarrend zijn voor Nederlandstaligen. In het Nederlands gebruiken we zelden lidwoorden voor eigennamen, maar in het Portugees is dit een veelvoorkomend fenomeen. Het begrijpen van wanneer en hoe je deze lidwoorden moet gebruiken, kan je helpen om vloeiender en accurater te communiceren in het Portugees. Deze grammaticaoefeningen zijn speciaal ontworpen om je te helpen de regels en uitzonderingen rondom het gebruik van lidwoorden bij eigennamen onder de knie te krijgen.
In deze oefeningen behandelen we verschillende scenario's waarin lidwoorden gebruikt worden met eigennamen. We kijken naar persoonlijke namen, geografische namen, en namen van instellingen en bedrijven, en geven duidelijke voorbeelden en uitleg. Door deze oefeningen regelmatig te maken, zul je merken dat je het gebruik van lidwoorden in het Portugees steeds beter gaat begrijpen en toepassen. Bereid je voor om je kennis te testen en je vaardigheid in het gebruik van de Portugese taal te verbeteren!
Exercise 1
<p>1. *O* João é um ótimo jogador de futebol. (lidwoord voor mannelijk eigennamen)</p>
<p>2. Vamos visitar *a* Maria no fim de semana. (lidwoord voor vrouwelijke eigennamen)</p>
<p>3. *O* Brasil é um país muito bonito. (lidwoord voor landnamen)</p>
<p>4. Encontrei *o* Pedro na festa ontem. (lidwoord voor mannelijk eigennamen)</p>
<p>5. *A* Ana gosta de pintar quadros. (lidwoord voor vrouwelijke eigennamen)</p>
<p>6. *O* Rio de Janeiro é uma cidade maravilhosa. (lidwoord voor steden)</p>
<p>7. *O* Miguel trabalha numa empresa de tecnologia. (lidwoord voor mannelijk eigennamen)</p>
<p>8. Vamos viajar para *a* Itália nas férias. (lidwoord voor landnamen)</p>
<p>9. *O* Carlos mora em Lisboa. (lidwoord voor mannelijk eigennamen)</p>
<p>10. *A* Sofia adora ler livros de aventura. (lidwoord voor vrouwelijke eigennamen)</p>
Exercise 2
<p>1. *O* João gosta de jogar futebol. (Artikel voor mannelijke naam)</p>
<p>2. *A* Maria adora cozinhar. (Artikel voor vrouwelijke naam)</p>
<p>3. *O* Pedro estuda na universidade. (Artikel voor mannelijke naam)</p>
<p>4. *A* Ana trabalha em um hospital. (Artikel voor vrouwelijke naam)</p>
<p>5. *O* Carlos é um bom amigo. (Artikel voor mannelijke naam)</p>
<p>6. *A* Juliana mora em Lisboa. (Artikel voor vrouwelijke naam)</p>
<p>7. *O* Marcos viaja muito a trabalho. (Artikel voor mannelijke naam)</p>
<p>8. *A* Sofia gosta de ler livros. (Artikel voor vrouwelijke naam)</p>
<p>9. *O* Ricardo é engenheiro. (Artikel voor mannelijke naam)</p>
<p>10. *A* Beatriz canta no coral. (Artikel voor vrouwelijke naam)</p>
Exercise 3
<p>1. *A* Maria gosta de estudar todas as noites (lidwoord voor vrouwennamen).</p>
<p>2. *O* João trabalha como engenheiro em uma grande empresa (lidwoord voor mannennamen).</p>
<p>3. *As* irmãs de Ana são muito simpáticas (lidwoord voor vrouwelijke meervoud).</p>
<p>4. *Os* amigos de Pedro adoram jogar futebol (lidwoord voor mannelijke meervoud).</p>
<p>5. *A* professora Clara é muito atenciosa com os alunos (lidwoord voor vrouwennamen).</p>
<p>6. *O* Carlos está sempre disposto a ajudar os outros (lidwoord voor mannennamen).</p>
<p>7. *A* Helena adora cozinhar pratos típicos brasileiros (lidwoord voor vrouwennamen).</p>
<p>8. *O* Paulo viajou para o exterior a trabalho (lidwoord voor mannennamen).</p>
<p>9. *As* amigas de Sofia são muito talentosas (lidwoord voor vrouwelijke meervoud).</p>
<p>10. *Os* irmãos de Marcos são muito inteligentes (lidwoord voor mannelijke meervoud).</p>