Pick a language and start learning!
Gebruik van bijvoeglijke naamwoorden met “troppo” Opdrachten in de Italiaanse taal
Bijvoeglijke naamwoorden spelen een cruciale rol in elke taal, ook in het Italiaans. Een bijzonder interessant aspect is het gebruik van "troppo" in combinatie met deze bijvoeglijke naamwoorden. "Troppo" kan zowel een versterkende als een negatieve connotatie hebben, afhankelijk van de context. Zo betekent "troppo caldo" dat iets te warm is, terwijl "troppo gentile" aanduidt dat iemand buitengewoon vriendelijk is. Het is essentieel om de juiste nuances te begrijpen om effectief te communiceren in het Italiaans.
In deze grammatica-oefeningen richten we ons op het correct toepassen van "troppo" met verschillende bijvoeglijke naamwoorden. Door middel van diverse zinnen en contexten zullen we onderzoeken hoe "troppo" de betekenis en de intensiteit van een bijvoeglijk naamwoord kan beïnvloeden. Of je nu een beginner bent of je bestaande kennis wilt verfijnen, deze oefeningen helpen je om het subtiele gebruik van "troppo" te beheersen en je Italiaanse taalvaardigheden naar een hoger niveau te tillen.
Exercise 1
<p>1. La pizza è *troppo* calda per mangiarla. (bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets meer is dan gewenst)</p>
<p>2. Questo vestito è *troppo* largo per me. (bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets groter is dan gewenst)</p>
<p>3. Il film è durato *troppo* a lungo. (bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets meer tijd in beslag neemt dan gewenst)</p>
<p>4. La musica è *troppo* forte, non riesco a sentire niente. (bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets meer geluid produceert dan gewenst)</p>
<p>5. Questo caffè è *troppo* amaro. (bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets meer bitter is dan gewenst)</p>
<p>6. La macchina è *troppo* vecchia per fare un lungo viaggio. (bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets ouder is dan gewenst)</p>
<p>7. La stanza è *troppo* buia per leggere. (bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets minder licht heeft dan gewenst)</p>
<p>8. La pasta è *troppo* cotta. (bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets meer gekookt is dan gewenst)</p>
<p>9. Questo compito è *troppo* difficile per me. (bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets meer uitdaging biedt dan gewenst)</p>
<p>10. Il libro è *troppo* lungo per finire in un giorno. (bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets meer pagina's heeft dan gewenst)</p>
Exercise 2
<p>1. La pizza è *troppo* calda om te eten. (bijwoord dat "te" betekent)</p>
<p>2. Questa borsa è *troppo* pesante om te dragen. (bijwoord dat "te" betekent)</p>
<p>3. Il film è *troppo* lungo om in één keer te bekijken. (bijwoord dat "te" betekent)</p>
<p>4. Il caffè è *troppo* amaro om zonder suiker te drinken. (bijwoord dat "te" betekent)</p>
<p>5. Il compito è *troppo* difficile om zonder hulp te maken. (bijwoord dat "te" betekent)</p>
<p>6. La musica è *troppo* alta om te concentreren. (bijwoord dat "te" betekent)</p>
<p>7. La strada è *troppo* stretta om met een vrachtwagen te passeren. (bijwoord dat "te" betekent)</p>
<p>8. Il libro è *troppo* noioso om te lezen. (bijwoord dat "te" betekent)</p>
<p>9. La maglietta è *troppo* piccola om te dragen. (bijwoord dat "te" betekent)</p>
<p>10. La stanza è *troppo* fredda om in te slapen. (bijwoord dat "te" betekent)</p>
Exercise 3
<p>1. Maria ha comprato una borsa *troppo* costosa (bijvoeglijk naamwoord dat "duurder dan verwacht" betekent).</p>
<p>2. Il caffè è *troppo* caldo per berlo adesso (bijvoeglijk naamwoord dat "een hoge temperatuur" aangeeft).</p>
<p>3. Questo film è *troppo* noioso per guardare fino alla fine (bijvoeglijk naamwoord dat "geen interesse wekkend" betekent).</p>
<p>4. Il libro è *troppo* lungo per finirlo in una settimana (bijvoeglijk naamwoord dat "meer pagina's dan normaal" betekent).</p>
<p>5. Questo vestito è *troppo* stretto per me (bijvoeglijk naamwoord dat "niet genoeg ruimte" betekent).</p>
<p>6. La montagna è *troppo* alta per scalare senza attrezzatura (bijvoeglijk naamwoord dat "een grote hoogte" aangeeft).</p>
<p>7. Il bambino è *troppo* piccolo per andare a scuola (bijvoeglijk naamwoord dat "niet oud genoeg" betekent).</p>
<p>8. La pizza è *troppo* salata per essere gustosa (bijvoeglijk naamwoord dat "een sterke smaak" aangeeft).</p>
<p>9. Questa strada è *troppo* stretta per due macchine (bijvoeglijk naamwoord dat "niet breed genoeg" betekent).</p>
<p>10. Il film era *troppo* triste per non piangere (bijvoeglijk naamwoord dat "emotioneel aangrijpend" betekent).</p>