De aanvoegende wijs gebruiken Opdrachten in de Franse taal

De aanvoegende wijs, ofwel de subjonctif, is een van de meest uitdagende werkwoordsvormen in de Franse taal. Deze wijs wordt vaak gebruikt om twijfel, wens, mogelijkheid, noodzaak of emotie uit te drukken. Omdat het gebruik van de subjonctif afwijkt van de standaardindicatief, kan het voor veel Nederlandstalige leerlingen van het Frans een struikelblok zijn. Het is essentieel om deze vorm goed te beheersen, aangezien het regelmatig voorkomt in zowel geschreven als gesproken Frans. Op deze pagina vindt u een reeks oefeningen die speciaal zijn ontworpen om uw begrip en gebruik van de aanvoegende wijs te verbeteren. De oefeningen variëren van invuloefeningen tot meer complexe zinnen waarin u de subjonctif correct moet toepassen. Door regelmatig te oefenen, zult u merken dat het steeds natuurlijker aanvoelt om de aanvoegende wijs te gebruiken. Laten we beginnen met het versterken van uw kennis en vaardigheden in deze belangrijke grammaticale constructie van het Frans!

Exercise 1

<p>1. Il faut que tu *finisses* tes devoirs (werkwoord voor beëindigen).</p> <p>2. Il est important que nous *soyons* à l'heure (werkwoord voor zijn).</p> <p>3. Il est possible qu'elle *vienne* demain (werkwoord voor komen).</p> <p>4. Bien que vous *fassiez* de votre mieux, ce n'est pas suffisant (werkwoord voor doen).</p> <p>5. J'aimerais qu'il *puisse* venir à la fête (werkwoord voor kunnen).</p> <p>6. Il est nécessaire que nous *ayons* assez d'eau (werkwoord voor hebben).</p> <p>7. Il est essentiel que tu *saches* la vérité (werkwoord voor weten).</p> <p>8. Il est incroyable qu'ils *veulent* encore partir (werkwoord voor willen).</p> <p>9. Je souhaite qu'elle *prenne* soin de sa santé (werkwoord voor nemen).</p> <p>10. Il est dommage que nous *ne puissions* pas voyager cette année (werkwoord voor kunnen).</p>
 

Exercise 2

<p>1. Il faut que tu *fasses* tes devoirs (werkwoord voor doen).</p> <p>2. Bien que nous *soyons* fatigués, nous continuerons (werkwoord voor zijn).</p> <p>3. J'aimerais qu'il *vienne* à la fête (werkwoord voor komen).</p> <p>4. Il est important que nous *finissions* ce projet à temps (werkwoord voor afmaken).</p> <p>5. Pour que vous *puissiez* comprendre, je vais expliquer encore une fois (werkwoord voor kunnen).</p> <p>6. Il est nécessaire que tu *saches* la vérité (werkwoord voor weten).</p> <p>7. Je doute qu'il *ait* le courage de parler (werkwoord voor hebben).</p> <p>8. Pourvu qu'elle *réussisse* son examen, elle sera très heureuse (werkwoord voor slagen).</p> <p>9. Il est possible que nous *partions* demain (werkwoord voor vertrekken).</p> <p>10. Il est crucial que vous *preniez* vos médicaments tous les jours (werkwoord voor nemen).</p>
 

Exercise 3

<p>1. Il faut que tu *finisses* tes devoirs avant de sortir. (werkwoord: beëindigen)</p> <p>2. Il est important que nous *allions* à la réunion. (werkwoord: gaan)</p> <p>3. Je veux que vous *soyez* à l'heure demain. (werkwoord: zijn)</p> <p>4. Il est nécessaire qu'il *prenne* ses médicaments tous les jours. (werkwoord: nemen)</p> <p>5. Pourvu qu'elles *puissent* venir à la fête ce soir. (werkwoord: kunnen)</p> <p>6. Il est possible que nous *faisions* une randonnée ce week-end. (werkwoord: doen/maken)</p> <p>7. Il est essentiel qu'elle *sache* la vérité. (werkwoord: weten)</p> <p>8. Il faut que je *voie* ce film avant qu'il ne quitte les salles. (werkwoord: zien)</p> <p>9. Il est probable que vous *ayez* besoin d'aide. (werkwoord: hebben)</p> <p>10. Il est temps que tu *manges* quelque chose. (werkwoord: eten)</p>
 

5x Faster Language Learning with AI

Talkpal is AI-powered language tutor. Learn 57+ languages 5x faster with innovative technology.