Pick a language and start learning!

Voltooid toekomende tijd (futuro anteriore) Opdrachten in de Italiaanse taal

De voltooid toekomende tijd, ofwel futuro anteriore, is een belangrijke tijdsvorm in de Italiaanse grammatica die gebruikt wordt om aan te geven dat een handeling voltooid zal zijn voordat een andere toekomstige handeling plaatsvindt. Het is een samengestelde tijd die bestaat uit de toekomende tijd van het hulpwerkwoord "avere" of "essere" en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Deze tijdsvorm kan in eerste instantie ingewikkeld lijken, maar met de juiste oefening en uitleg wordt het een stuk eenvoudiger om te begrijpen en te gebruiken. In deze oefeningen zullen we ons richten op het herkennen en correct toepassen van de voltooid toekomende tijd. We zullen zinnen analyseren, werkwoorden vervoegen en contexten verkennen waarin deze tijdsvorm het meest voorkomt. Of je nu net begint met het leren van Italiaans of je kennis wilt verdiepen, deze oefeningen helpen je om meer vertrouwd te raken met een van de meest fascinerende aspecten van de Italiaanse grammatica. Bereid je voor om je vaardigheden te testen en te versterken terwijl je ontdekt hoe de voltooid toekomende tijd je helpt om complexere en genuanceerdere zinnen te vormen in het Italiaans.

Exercise 1

1. Domani, dopo che *avrò finito* il lavoro, andrò al cinema. (voltooid toekomende tijd van 'finire') 2. Quando tu *avrai letto* il libro, ne parleremo insieme. (voltooid toekomende tijd van 'leggere') 3. Lei *sarà arrivata* a casa prima di mezzogiorno. (voltooid toekomende tijd van 'arrivare') 4. Dopo che voi *avrete mangiato*, potremo andare a fare una passeggiata. (voltooid toekomende tijd van 'mangiare') 5. Quando Marco *avrà completato* il progetto, lo mostrerà al capo. (voltooid toekomende tijd van 'completare') 6. Se tu *sarai partito* per le vacanze, mi chiamerai? (voltooid toekomende tijd van 'partire') 7. Dopo che noi *avremo visitato* il museo, andremo al ristorante. (voltooid toekomende tijd van 'visitare') 8. Quando Giulia *avrà imparato* a nuotare, andremo al mare. (voltooid toekomende tijd van 'imparare') 9. Quando loro *saranno tornati* dalla Francia, ci racconteranno il viaggio. (voltooid toekomende tijd van 'tornare') 10. Se tu *avrai scritto* la relazione, la invierai per email. (voltooid toekomende tijd van 'scrivere')

Exercise 2

1. Quando *avrai finito* di mangiare, possiamo uscire. (klaar met eten) 2. Domani mattina, quando *saranno arrivati* tutti, inizieremo la riunione. (aanwezig zijn) 3. Appena *avrò completato* il progetto, andrò in vacanza. (klaar zijn met werk) 4. Quando *sarai tornato* a casa, chiamami. (terug zijn) 5. Dopo che *avremo studiato* tutto il pomeriggio, ci prenderemo una pausa. (klaar met leren) 6. Quando *avrà ricevuto* il pacco, mi informerà. (pakket ontvangen) 7. Non appena *avrete finito* di lavorare, venite a trovarmi. (klaar met werk) 8. Dopo che *saranno partiti*, la casa sarà più tranquilla. (vertrokken zijn) 9. Quando *avrò imparato* l'italiano, andrò in Italia. (kennis opgedaan) 10. Non appena *avrete letto* il libro, discutiamone insieme. (klaar met lezen)

Exercise 3

1. Quando arriverò, tu *avrai già finito* il lavoro. (voltooid toekomende tijd van 'finire') 2. Entro domani, loro *avranno venduto* la casa. (voltooid toekomende tijd van 'vendere') 3. Dopo che tu *sarai partito*, cominceremo la riunione. (voltooid toekomende tijd van 'partire') 4. Lui *avrà scritto* il rapporto prima della scadenza. (voltooid toekomende tijd van 'scrivere') 5. Quando tornerete, noi *avremo già cenato*. (voltooid toekomende tijd van 'cenare') 6. Lei *sarà andata* a fare la spesa prima che arrivi. (voltooid toekomende tijd van 'andare') 7. Se tu *avrai studiato*, passerai l'esame. (voltooid toekomende tijd van 'studiare') 8. Dopo che *sarà tornato*, discuteremo dei dettagli. (voltooid toekomende tijd van 'tornare') 9. Quando lo capirai, *avrai già imparato* la lezione. (voltooid toekomende tijd van 'imparare') 10. Entro la fine della giornata, noi *avremo completato* il progetto. (voltooid toekomende tijd van 'completare')