Pick a language and start learning!
De voorwaardelijke tijd Opdrachten in de Portugese taal
De voorwaardelijke tijd in het Portugees, ook wel bekend als de conditionalis, is een essentieel onderdeel van de Portugese grammatica. Deze tijd wordt gebruikt om mogelijkheden, wensen, of hypothetische situaties uit te drukken. Het begrijpen en correct toepassen van de voorwaardelijke tijd kan een uitdaging zijn, maar het is cruciaal voor het voeren van genuanceerde gesprekken en het schrijven van complexe zinnen. Met een goede kennis van de voorwaardelijke tijd kunt u uw taalvaardigheden aanzienlijk verbeteren en meer zelfvertrouwen krijgen bij het communiceren in het Portugees.
In deze sectie vindt u een reeks oefeningen die u zullen helpen de voorwaardelijke tijd in het Portugees onder de knie te krijgen. Deze oefeningen zijn ontworpen om u te laten oefenen met verschillende vormen en toepassingen van de conditionalis. U begint met basisvoorbeelden en bouwt geleidelijk op naar meer complexe zinnen en contexten. Of u nu een beginner bent of uw bestaande kennis wilt opfrissen, deze oefeningen zijn een uitstekende manier om uw begrip en gebruik van de voorwaardelijke tijd te versterken.
Exercise 1
<p>1. Als het morgen mooi weer is, *gaan* we naar het strand (werkwoord voor beweging).</p>
<p>2. Als ik genoeg geld had, *zou* ik een nieuwe auto kopen (hulpwerkwoord voor mogelijkheid).</p>
<p>3. Als hij meer had gestudeerd, *zou* hij het examen hebben gehaald (hulpwerkwoord voor mogelijkheid in verleden tijd).</p>
<p>4. Als zij hier was, *zou* ze ons kunnen helpen (hulpwerkwoord voor mogelijkheid).</p>
<p>5. Als ik jou was, *zou* ik dat niet doen (hulpwerkwoord voor advies).</p>
<p>6. Als wij meer tijd hadden, *zouden* we langer blijven (hulpwerkwoord voor mogelijkheid in meervoud).</p>
<p>7. Als hij de trein niet had gemist, *zou* hij op tijd zijn (hulpwerkwoord voor mogelijkheid in verleden tijd).</p>
<p>8. Als jij harder werkte, *zou* je sneller klaar zijn (hulpwerkwoord voor mogelijkheid).</p>
<p>9. Als ik wist hoe je dat deed, *zou* ik het ook proberen (hulpwerkwoord voor mogelijkheid).</p>
<p>10. Als zij beter had opgelet, *zou* ze de fout niet hebben gemaakt (hulpwerkwoord voor mogelijkheid in verleden tijd).</p>
Exercise 2
<p>1. Se eu *tivesse* dinheiro, compraria uma casa. (werkwoord voor hebben)</p>
<p>2. Se ele *estudasse* mais, passaria no exame. (werkwoord voor studeren)</p>
<p>3. Se nós *fôssemos* ao parque, nos divertiríamos. (werkwoord voor gaan)</p>
<p>4. Se eles *trabalhassem* juntos, terminariam mais rápido. (werkwoord voor werken)</p>
<p>5. Se você *quisesse*, poderíamos sair para jantar. (werkwoord voor willen)</p>
<p>6. Se ela *cozinhasse* bem, faríamos uma festa. (werkwoord voor koken)</p>
<p>7. Se eu *soubesse* a resposta, te diria. (werkwoord voor weten)</p>
<p>8. Se nós *tivéssemos* tempo, viajaríamos mais. (werkwoord voor hebben)</p>
<p>9. Se ele *pudesse*, ajudaria com a mudança. (werkwoord voor kunnen)</p>
<p>10. Se vocês *morassem* mais perto, nos veríamos mais. (werkwoord voor wonen)</p>
Exercise 3
<p>1. Se eu *tivesse* mais tempo, faria um curso de culinária (werkwoord voor 'hebben' in de verleden tijd).</p>
<p>2. Se eles *estudassem* mais, passariam no exame (werkwoord voor 'leren' in de verleden tijd).</p>
<p>3. Se você *fosse* ao médico, se sentiria melhor (werkwoord voor 'gaan' in de verleden tijd).</p>
<p>4. Se nós *pudéssemos* viajar, iríamos para o Brasil (werkwoord voor 'kunnen' in de verleden tijd).</p>
<p>5. Se ela *quisesse*, poderia vir à festa (werkwoord voor 'willen' in de verleden tijd).</p>
<p>6. Se eu *soubesse* a resposta, te diria (werkwoord voor 'weten' in de verleden tijd).</p>
<p>7. Se eles *viessem* mais cedo, poderíamos começar o jantar (werkwoord voor 'komen' in de verleden tijd).</p>
<p>8. Se nós *morássemos* perto da praia, iríamos nadar todos os dias (werkwoord voor 'wonen' in de verleden tijd).</p>
<p>9. Se você *trabalhasse* menos, teria mais tempo livre (werkwoord voor 'werken' in de verleden tijd).</p>
<p>10. Se eu *pudesse* escolher, viveria no campo (werkwoord voor 'kunnen' in de verleden tijd).</p>