Pick a language and start learning!

Plaatsing van bijvoeglijke naamwoorden bij persoonlijkheidskenmerken Opdrachten in de Spaanse taal

Bij het leren van de Spaanse taal is een goede beheersing van bijvoeglijke naamwoorden essentieel, vooral wanneer we persoonlijkheidskenmerken beschrijven. De plaatsing van deze bijvoeglijke naamwoorden kan soms verwarrend zijn voor Nederlandstaligen, omdat de regels in het Spaans anders zijn dan in het Nederlands. In het Spaans wordt een bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord geplaatst, maar er zijn uitzonderingen die afhankelijk zijn van de betekenis en de nadruk die men wil leggen. Door inzicht te krijgen in deze regels en veel te oefenen, kun je je Spaanse taalvaardigheid aanzienlijk verbeteren. Op deze pagina vind je diverse oefeningen die je helpen de plaatsing van bijvoeglijke naamwoorden bij persoonlijkheidskenmerken onder de knie te krijgen. De oefeningen zijn ontworpen om je te laten zien hoe je de juiste volgorde hanteert en om je te laten wennen aan de nuances van het Spaans. Of je nu een beginner bent of al enige kennis van de taal hebt, deze oefeningen zijn een uitstekende manier om je grammaticale vaardigheden te verfijnen en je zelfvertrouwen in het gebruik van het Spaans te vergroten. Veel succes en plezier met de oefeningen!

Exercise 1

1. Ella es una persona muy *amable* (bijvoeglijk naamwoord voor vriendelijk). 2. Mi hermano es *inteligente* y siempre saca buenas notas (bijvoeglijk naamwoord voor slim). 3. Susana es bastante *tímida* y no le gusta hablar en público (bijvoeglijk naamwoord voor verlegen). 4. El perro de Juan es muy *juguetón* y siempre quiere jugar (bijvoeglijk naamwoord voor speels). 5. Mi jefe es *exigente* pero justo con todos los empleados (bijvoeglijk naamwoord voor veeleisend). 6. La abuela de Marta es muy *cariñosa* y siempre nos da abrazos (bijvoeglijk naamwoord voor liefdevol). 7. Pedro es *valiente* y nunca tiene miedo de nada (bijvoeglijk naamwoord voor moedig). 8. Mi primo es bastante *perezoso* y nunca quiere ayudar en casa (bijvoeglijk naamwoord voor lui). 9. La profesora es muy *paciente* con los estudiantes (bijvoeglijk naamwoord voor geduldig). 10. Ana es *creativa* y siempre tiene ideas originales (bijvoeglijk naamwoord voor creatief).

Exercise 2

1. María es una chica *inteligente* (bijvoeglijk naamwoord voor slim). 2. Juan es un estudiante muy *trabajador* (bijvoeglijk naamwoord voor hardwerkend). 3. Mi amigo Pedro es bastante *divertido* (bijvoeglijk naamwoord voor grappig). 4. La profesora es muy *paciente* con los alumnos (bijvoeglijk naamwoord voor geduldig). 5. Marta es una persona muy *amable* (bijvoeglijk naamwoord voor vriendelijk). 6. El jefe de la oficina es muy *estricto* (bijvoeglijk naamwoord voor streng). 7. Mi hermana es *creativa* y siempre tiene ideas nuevas (bijvoeglijk naamwoord voor vindingrijk). 8. El vecino es muy *tímido* y no habla mucho (bijvoeglijk naamwoord voor verlegen). 9. Luis es muy *generoso* y siempre ayuda a los demás (bijvoeglijk naamwoord voor gul). 10. Mi abuelo es una persona muy *sabia* (bijvoeglijk naamwoord voor wijs).

Exercise 3

1. Maria is een *vriendelijke* lerares (bijvoeglijk naamwoord voor aardig). 2. Juan is altijd *eerlijk* tegen zijn vrienden (bijvoeglijk naamwoord voor de waarheid vertellen). 3. Mijn zus is erg *geduldig* met kinderen (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die rustig blijft). 4. Pedro is een *creatieve* kunstenaar (bijvoeglijk naamwoord voor iemand met veel ideeën). 5. Ana is een *intelligente* studente (bijvoeglijk naamwoord voor slim). 6. Carlos is een *moedige* brandweerman (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die niet bang is). 7. Mijn opa is heel *wijs* (bijvoeglijk naamwoord voor iemand met veel kennis en ervaring). 8. Laura is een *zorgzame* verpleegster (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die goed voor anderen zorgt). 9. Pablo is een *grappige* komiek (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die je laat lachen). 10. Sofia is een *enthousiaste* danseres (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die veel energie en passie heeft).